Het beroep van vroedvrouw is zo oud als de mensheid. Het waren ervaren vrouwen die hun kennis in praktijk hadden geleerd en die weer doorgaven aan een volgende generatie.
Rond 1800 werd de toelating tot vroedvrouw beter gereguleerd en kwamen er voorschriften over hun bevoegdheden, welke instrumenten daarbij mochten worden gebruikt en wanneer de vroedmeester moest worden ingeschakeld die een meer gevorderde opleiding had.
In 1865 kwam de eerste wet waarin het beroep werd omschreven, en werd de opleiding tot het beroep geprofessionaliseerd.
De vroedvrouw zorgde voor deskundige begeleiding van de geboorte en adviseerde op het gebied van hygiëne en voeding.
Zij hielp ook eeuwenoude bakerpraatjes de wereld uit die de gezondheid van moeder en kind konden schaden.
Ook in onze tijd zijn ze nog een wezenlijke schakel in de gezondheidszorg rond de geboorte.