
Al eeuwenlang brengt men geneeskrachtige stoffen aan op de huid met behulp van een lapje stof: het plaasteren of pleisteren. Let op de vergelijkbare uitdrukking van de stukadoor!
In het conceptreglement van het op te richten Apothekersgilde in de stad Breda (1696) was verordonneerd: apothekers mogen de door hen vervaardigde pleisters, pappen en stovingen niet zelf opbrengen, maar moeten dit aan de chirurgijns overlaten (artikel 14).
De pleisters bestonden uit lapjes stof met mengsels van hars, gom en olie met daaraan toegevoegd geneeskrachtige stoffen en/of kruiden.