Dwalen door het verleden is als een reis naar een ander land. De mensen deden er dingen anders, maar waren toch ook herkenbaar. Deze ervaring nemen gasten mee naar huis na een bezoek aan Museum de Dorpsdokter. De reis begint bij de apotheker, wiens winkel nog niet de onpersoonlijke, kille uitstraling had van de moderne apotheek. De fysio-afdeling herbergt onder meer een collectie prothesen. Daaronder een kunstarm van een jochie dat kort na de oorlog op een mijn trapte. Hoogtepunt is de doktersafdeling met vitrines vol boren, zagen, klemmen, tangen en zelfs bloedzuigers. De (wijk-)verpleegsters en vroedvrouwen hebben hun eigen afdeling. Die is in elk geval minder eng dan onze tandartspraktijk. De tandarts werkte vroeger met een voetboor. Hij moet al trappend behoorlijke beenspieren hebben ontwikkeld. Helaas is een behandeling met deze boor niet mogelijk in Museum de Dorpsdokter. Dan zou onze reis naar het verleden – naar dat verre, vreemde land – helemaal compleet zijn geweest.